Klik om door te springen voor informatie over:
Onderstaande artikelen heb ik in de loop van de tijd geschreven uit frustratie.
De geschiedenis van de Ragdolls gaat terug naar de andere kant van de oceaan: de Verenigde Staten.
Het begin
De Ragdoll is ontstaan in Californië in het begin van de jaren zestig en is omgeven door mythe dankzij hun ietwat excentrieke fokker, Ann Baker. Ann Baker fokte in het begin zwarte Perzische katten.
Josephine was een witte (Perzisch-)Angora kat die toebehoorde aan Baker’s buren, Mrs Pennels, en ze was een semi-wilde die kittens kreeg die net zo wild waren als zijzelf. Het verrassende was dat al haar kittens groot waren met een vacht die niet klitte.
Op een gegeven moment is Josephine aangereden door een auto en heeft ze zo'n 2 dagen aan de stoeprand gelegen. De buren van Ann Baker vonden Josephine, gewond, maar levend. Ze werd naar hun werkplek (Universiteit) gebracht waar ze werd verpleegd. Ze had hoofdletsel opgelopen en had een oog verloren.
Tijdens het herstellen moest Josephine binnen blijven en werd ze wat tammer. Josephine's eerdere nesten waren half wild geweest, net als hun moeder, maar degenen die na het verkeersongeval geboren waren, waren erg ontspannen, volgzaam en sociaal. Volgens Ann Baker is er door het ongeluk iets genetisch gebeurd met Josephine waardoor haar kittens tammer werden en zich lieten hangen zoals een lappenpop (Ragdoll).
De meest waarschijnlijke verklaring is dat ze te maken kreeg met katers, die genen droegen voor meer sociale nakomelingen en dat de kittens dichter bij mensen werden grootgebracht.
Ann Baker heeft later ook nog verkondigd dat er tijdens het verblijf van Josephine op de universiteit DNA van een stinkdier was ingebracht. Dat is met een latere test weerlegd maar is wel een voorbeeld van de aparte denkbeelden van Ann.
De Pennels hadden niet zoveel met Josephine en haar kittens en wilden er maar al te graag afstand van doen. Het lijkt erop dat dit het moment was dat Ann's interesse in de kittens verder werd gewekt. Ze herkende de verandering in hun temperament en dit bracht haar ertoe enkele van de kittens te kopen, waarvan Buckwheat haar eerste was. Buckwheat werd Burmees genoemd maar ze had niet de specifieke kenmerken van een Burmees/Siamees. Ze had meer Perzische kenmerken en ze was een Black Solid.
Baker besloot een nieuw ras te creëren, een ras dat de zeer sociale, ontspannen eigenschappen, de niet-klittende vacht, het grote formaat en de eigenschap had om slap te worden bij het oppakken.
Ze noemde haar cattery Raggedy Ann.
Mevrouw Pennels had een eerder nestje van Josephine meegegeven aan een vrouwelijke predikant die een vriendin was van haar en ver afgelegen woonde. Nadat de echtgenoot van de predikant was overleden verhuisde de weduwe terug naar Riverside, slaagde Ann erin om ook dit nest (en dus nog meer afstammelingen van Josephine) te bemachtigen. Ann zegt zelf dat ze hiermee alle kittens van Josephine had. Wie deze katten zijn en hoe Ann deze katten heeft gebruikt in haar fokplan is onbekend.
Het trieste einde van Josephine
Ann kreeg Fugianna en eigenlijk wilde ze wel het hele nest met kittens hebben. Maar durfde er niet zo goed om te vragen want ze wilde niet te inhalig overkomen. Dus ze wilde hier een paar dagen mee wachten. Van deze beslissing heeft ze altijd spijt gehad.
De dag erna was meneer Pennels alleen thuis. Zoals gewoonlijk was Josephine zeer beschermend ten opzichte van haar kittens en viel de hond aan terwijl hij aan de kittens snuffelde. Het kwam tot een gevecht en meneer Pennels had er genoeg van. Hij was zo geïrriteerd hierover dat hij Josephine en haar kittens in zijn truck heeft geladen en naar het asiel heeft gebracht waar ze gelijk werden ingeslapen.
Van Josephine zijn helaas geen foto's bewaard.
In die tijd had Ann één van de oudere zonen van Josephine geleend om nageslacht te verwekken in haar Black-Brown Persian-fokprogramma. Deze zoon zag eruit als een Zwarte Pers en ze noemde hem Blackie maar heette waarschijnlijk eerst Pretty Boy.
Blackie is de vader van Buckwheat en Josephine is de moeder van Buckwheat.
Blackie
Tijdens een van haar bezoeken om Blackie te lenen, zag ze Blackie’s halfbroer (ook een zoon van Josephine).
Hij leek het meest indrukwekkend en had, in de woorden van Ann, het uiterlijk van een Heilig Birmaan. Nadat ze richting de Pennels had bewezen dat ze goed had gezorgd voor Blackie (hij was de meeste tijd bij Ann) mocht ze, na lang aandringen, deze kater ook lenen om met haar eigen poezen te kruisen.
Ze was helemaal ingenomen met deze zoon van Josephine en noemde hem Raggedy Ann Daddy Warbucks een Seal Point Mitted met blaze (bles) en witte staartpunt. Deze witte staartpunt komt nu nog altijd voor bij sommige Ragdolls maar wordt op shows als fout gezien. De vader van Daddy Warbucks is onbekend maar uit de genetica is gebleken dat hij geen Heilig Birmaan is (zoals ook altijd gezegd is geworden door Ann).
Omdat Ann zo onder de indruk was van Daddy Warbucks heeft ze haar plannen omgegooid en is op dat moment totaal gegaan voor zijn looks.
Daddy Warbucks werd hierdoor de stamvader cq het voorbeeld van het uiterlijk van de Ragdoll.
Ze ontwikkelde ook een rasstandaard naar evenbeeld van Daddy Warbucks. De Ragdolls moesten Mitted zijn met een bles op de neus en een witte staartpunt. Verder was alleen de kleur Seal en Lilac toegestaan.
Daddy Warbucks
De allereerste Ragdolls werden op 3 juli 1965 geboren uit de combinatie Daddy Warbucks en Buckwheat dus halfbroer x halfzus want dezelfde moeder, Josephine.
Van de vier kittens waren er twee Point kittens en twee Black Solid (Self Coloured) kittens. Qua type leken ze allemaal op elkaar.
Een van de Solid kittens had witte sokjes, vergelijkbaar met die van zijn vader, Daddy Warbucks; terwijl zijn broer op zijn moeder leek, Buckwheat.
Buckwheat x Daddy Warbucks
De twee Solid kittens (Gueber en Mitts) waren beiden waren voorbestemd om de ouders te worden van kittens die zouden worden geregistreerd als Experimentele Perzen. Hoewel ze het kenmerkende Pointpatroon van de Ragdoll misten, waren ze in wezen hetzelfde; ze verschilden alleen in de afwezigheid van een dubbel recessief Point gen.
Daddy Warbucks was een Point. Hieruit kun je dus de conclusie trekken dat Buckwheat het Point gen moet hebben gedragen want er zijn 2 Point kittens uit deze combinatie geboren. De beide Black Solid kittens hebben allebei het Point gen onder hun zwarte jasje gehad. (genetica).
Gedurende enkele jaren waren de Point Ragdolls de favoriet en werden de Solids genegeerd. Ann Baker bemoeide zich ook niet met hen en gaf ze aan een vriend om voor te zorgen, maar toen ze in 1971 haar eigen register, IRCA, had opgericht, besloot ze de Solids opnieuw te introduceren omdat ze toen geloofde dat ze belangrijk waren om de grootte en oogkleur van de Point Ragdolls helpen te behouden en ze noemde ze Ragdolls Tu. Later heeft ze Solids ook bewust ingezet omdat ze een tekort had aan Point katers.
Omdat de IRCA geen erkende instelling was, werden de stambomen van veel katten, inclusief de Solids die bij de IRCA geregistreerd waren, nooit erkend en zijn ze vaak "omstreden". Ze worden vaak vermeld op stambomen van andere stamboeken als "Foundation".
Buckwheat is de stammoeder van de 'Black Side' van het fokprogramma van Ann.
Op 30 december 1966 registreerde Ann haar eerste 4 Ragdolls bij de National Cat Fanciers Association (NCFA).
Ann Baker werd vermeld als zowel fokker als eigenaar van Tiki en Kyoto.
Daddy Warbucks en Fugianna werden geregistreerd bij Merle Pennel als hun fokker en Ann Baker als hun eigenaar.
Tiki is met de verkeerde kleur geregistreerd. Toen Ann Baker bezig was met het ras te ontwikkelen, stond het onderzoek van dna nog in de kinderschoenen. Ann ging er dus gewoon van uit dat Tiki een Seal was en geen Chocolate. Was het toen mogelijk geweest om via dna op kleur te testen, dan was gelijk vast komen te staan dat Tiki een Chocolate was.
Naast de poes Buckwheat van Josephine kreeg Ann Baker nog een dochter van Josephine; waarvan de vader ook Daddy Warbucks was.
Ze noemde deze poes Raggedy Ann Fugianna, geboren 5 mei 1965.
Fugianna was in wezen een slecht gemarkeerde Seal Point Bicolor. Ze had een brede omgekeerde V op haar gezicht, een grote hoeveelheid wit op het lichaam en was verder te herkennen aan het feit dat haar oren zowel donker als wit waren.
Fugiana is de stammoeder van de 'Light Side' van het fokprogramma van Ann.
Ann Baker met Fugiana
Naast diverse inteelt door onder andere Daddy Warbucks gebruikt Ann ook o.a. Birmees- en Birmaan-achtige katten en zelfs huiskatten worden ingezet. De kittens die geboren worden, worden in het begin geregistreerd als 'experimentele' Perzen. Op een gegeven moment is het zover dat zij en een groepje fokkers een kat 'ontwikkeld' hebben volgens de standaard zoals Ann die in haar hoofd heeft: de Ragdoll is een feit. Ann Baker vraagt patent aan voor haar Ragdoll en richt een eigen Ragdoll club op: IRCA (International Ragdoll Cat Association).
De Ragdolls zijn er in het beginstadium in allerlei kleuren namelijk pointed blauwogige Ragdolls en nonpointed Ragdolls. De nonpointed Ragdolls zijn alle andere kleuren dan points en worden later als Miracle Ragdolls geregistreerd en ook voor de fok gebruikt. Ann Baker wil wel bekendheid voor de Ragdoll, maar binnen haar eigen club. Het is niet haar bedoeling haar Ragdolls ooit in een van de andere grote kattenclubs van Amerika geassocieerd te krijgen.
In 1969 kochten Laura en Danny Dayton hun eerste 2 Ragdolls bij Ann Baker en startte de cattery Blossom Lines.
Tot 1973 probeerden de Daytons heel hard om met Ann samen te werken om het Ragdoll-ras te promoten, maar Ann wilde de volledige controle behouden. Waarschijnlijk was ze bang om de controle te verliezen over haar levenswerk.
Ann Baker hield alle documenten, zoals stambomen en de foundationkatten, over de Ragdolls geheim. Dit heeft Danny ertoe aangezet om zelf de stambomen op gaan zetten en bij te gaan houden.
Dit heeft hij jarenlang heel vakkundig gedaan (met een typemachine!) en hebben we er dagelijks nog profijt van.
Echter, dit betreft alleen maar Points omdat ze zelf alleen maar Points fokten.
Ze hebben zich, met succes, ook enorm ingezet om de Point Ragdolls erkend te krijgen bij grote organisaties. De Point Ragdolls werden erkend in Colourpoint (zonder wit), Bi-color en Mitted. Dit terwijl in de rasstandaard van Ann alleen maar Mitteds zijn toegestaan.
Verder vormden ze de allereerste Ragdoll-club, de Ragdoll Fanciers Club (RFC), die halverwege de jaren negentig werd opgesplitst in twee clubs, de RFC en RFCI. Beide clubs gaan tot op de dag van vandaag door.
In 1980 stopten de Daytons met het fokken van Ragdolls en zijn ondertussen allebei overleden.
Door de enorme inzet van de Daytons kennen de meeste mensen de Ragdoll als een Point ras met blauwe ogen. Veel Point fokkers houden zich (uit onwetendheid?) hier ook aan vast en vinden mede hierdoor dat de Mink, Sepia en Solid geen Ragdolls zijn.
Binnen deze stroming zijn er fokkers die hun Ragdolls ‘Original Ragdolls’ noemen. De zoveelste benaming. Deze fokkers willen alleen maar Points in hun lijnen.
Deze groep fokkers volgt dus de lijn van de Daytons en niet van de oorspronkelijke Ragdolls van Ann Baker.
Door de inspanning van de Daytons zijn de stambomen van 'Original Ragdolls' dus vrijwel tot op Ann Baker terug te voeren. Met een mooie woord, Fully traceable.
Bovengenoemde (Point) Ragdolls mogen alleen maar Seal, Blue, Chocolate of Lilac zijn.
Verder is Tabby niet toegestaan.
Denny Dayton met Loveable
In het begin verkocht Ann 6 katers als dekkater. De overige katers werden als huisdier verkocht omdat ze te nauw verwant waren aan de fokpoezen. Er helaas nergens terug te halen welke katten dit waren.
Ze fraudeerde ook. Ze schrijft dat er mensen kwamen voor een uitdekking met een kater van haar. Vervolgens leende ze een kater van iemand anders, gebruikte die voor de uitdekking en zei dan vervolgens dat haar eigen kater de vader was. Natuurlijk kwamen die mensen niet meer terug voor een buitendekking nadat ze erachter kwamen. Ze beweert dat ze een eigen kater had, die niet bij haar woonde, die ze nooit aan anderen heeft aangeboden.
Ann Baker was op de eerste plaats een zakenvrouw en op de tweede plaats een fokker. Ze gaf rondleidingen in haar cattery.
TOERKOSTEN waren $ 1,00 voor volwassenen en 0,50 voor kinderen.
Rondleidingen werden 7 dagen per week gegeven van 13 tot 17 uur
De laatste jaren
1977 zou een slecht jaar worden voor Ann Baker. Ze was gedwongen de naam van haar cattery te veranderen van "Raggedy Ann" in "Ann Baker exclusief", maar toen ze de National Cat Fanciers Association (NCFA) verzocht om al haar eerdere Ragdoll-registraties te wijzigen, weigerden ze.
Op dat moment besloot de NCFA dat ze genoeg hadden van Ann Baker en liet ze haar weten dat ze alle registraties van haar cattery zouden laten vallen.
Ann Baker registreerde haar Perzen al enkele jaren bij CFA. Ze had ook haar Honey Bears bij CFA geregistreerd als Perzen. In een brief aan CFA begin 1977 had ze echter aan het CFA-bestuur geschreven dat haar Honey Bears in CFA waren geregistreerd als Perzen en dat waren ze nog steeds, maar ze waren genetisch gemodificeerd met DNA en waren in feite gedeeltelijk stinkdieren.
CFA Executive Director Jean B. Rose antwoordde op 9 mei 1977 op de brief van Ann Baker waarin stond dat het materiaal dat Ann had gestuurd waarin stond dat de Honey Bear Cats in feite gedeeltelijk stinkdieren waren, werd besproken door de CFA Board en om te citeren uit de notulen van hun vergadering: ”CFA heeft haar katten geregistreerd als Perzen aangezien dat de afstamming was; als het echter geen raszuivere Perzen zijn, zijn de registraties ongeldig. Hoewel de Raad niet per se van mening is dat dergelijke fokkerijen kunnen hebben plaatsgevonden, voelt zij zich niet verplicht om de mogelijkheid te bewijzen of te weerleggen.
Dr. Rosemonds Peltz heeft verzocht dat mevrouw Rose wordt aangewezen om:
Deze motie is uitgevoerd.
Ann Baker stierf in januari 1997 aan longkanker, dus ze was niet in staat om het Ragdoll-rashandelsmerk in 2005 te vernieuwen.
De RagaMuffin heeft zijn oorsprong in de Ragdoll.
In 1993 werd Ann Baker terminaal ziek en werd verondersteld de IRCA over te dragen aan haar fokkers. Ze weigerde dat. Aangezien de IRCA een (privé)stamboek was dat geen aansluiting had binnen de gevestigde Cat Fancy werden alle rassen van de IRCA NIET als een officiële rassen erkend. Ze zijn ze vaak "omstreden" en je ziet ze terug op stambomen van andere stamboeken als "Foundation".
IRCA Ragdolls, Miracles, Honey Bears, etc. konden dus niet worden overgedragen aan andere kattenverenigingen. De namen Ragdoll, Miracle en Honey Bear konden niet gebruikt worden omdat het nog altijd een handelsmerk was.
Gevolg was dat een groep fokkers, onder leiding van Curt Gehm, zich in 1993 van de IRCA afsplitsten. Onder deze fokkers zaten ook mensen die, naast de IRCA Ragdolls, ook andere rassen van de IRCA hadden.
De katten van deze gehele groep werden eerst geregistreerd als ‘Experimental’ Breed bij de TICA.
Er werd een nieuwe rasstandaard voor deze katten geschreven en bij de erkenning in 2003 kreeg het nieuwe ras de naam RagaMuffin verzonnen door Curt Gehm. Het had "Ragmuffin" kunnen zijn, maar door de "a" toe te voegen (en de "M" een hoofdletter te geven), kwam de RagaMuffin vóór de Ragdoll bij alle lijstjes. (Blijkbaar zat er best nog wat oud zeer bij de beste man.) RagaMuffin betekent kwajongen of straatjongen.
In 2003 werden RagaMuffins door de CFA werd erkend en in 2009 door de GCCF. In Nederland zijn ze sinds 2016 erkend.
De groep fokkers heeft zich, mede door het inkruisen van enkele andere rassen, gericht op bepaalde ras eigenschappen die van de RagaMuffin vandaag de dag een zelfstandig ras hebben gemaakt met andere kenmerken dan de Ragdoll. Zo is bijvoorbeeld de oogvorm en de structuur van de vacht anders geworden. Verder is de verdeling van het wit bij een RagaMuffin niet belangrijk. Dit in tegenstelling tot de Ragdolls waar in de rasstandaard heel precies staat omschreven hoe het wit moet zijn bij een show.
Het aantal toegestane rassen voor outcross is in de loop der jaren flink afgenomen. Er zijn momenteel nog een paar outcrosses toegestaan, echter bij iedere organisatie zijn er andere rassen (nog) toegestaan zoals de Brits Langhaar (GCCF), Selkirk Rex LH Straight (CFA) en Siberische kat (ACFA).
Sinds 2010 is het niet meer toegestaan om Ragdolls te gebruiken als outcross.
In het begin werd het natuurlijk veelvuldig gedaan. Er zijn zelfs stukken terug te vinden waarbij met creatief boekhouden een Ragdoll ‘opeens’ een RagaMuffin werd. Met alle beschuldigingen over en weer die daarna plaatsvonden.
Binnen de RagaMuffin zijn dezelfde variaties toegestaan als bij de Ragdoll; Mink, Sepia en Solid. Zelfs de Point is toegestaan!
Er zijn mensen (waaronder Curt zelf) die beweren dat de Mink, Sepia en Solid terug te leiden zijn tot RagaMuffins. Dat is inderdaad het geval. Echter, de RagaMuffins zijn pas in 1993 ontstaan en zoals je net hebt kunnen lezen is de RagaMuffin het gevolg van het samenvoegen van een aantal IRCA-rassen waaronder de Miracle Ragdolls (Solids) dus de geschiedenis gaat nog een stapje verder terug dan 1993.
Hieruit voortvloeiend is er wel een groep mensen die ten onrechte beweren dat Solid Ragdolls geen Ragdolls zijn en dat het RagaMuffins zijn. (zucht)
De RagaMuffin geassocieerde groep
Naast het opstarten van een geheel nieuw ras, hebben de oprichters en vroege fokkers ook een gecharterde club opgericht bij de ACFA, genaamd de RagaMuffin Associated Group (RAG).
Ze blijven een klein ras, met enkele tientallen fokkers verspreid over de Verenigde Staten en Europa. Zomaar met het ras beginnen te fokken is niet mogelijk. Er zijn een aantal strikte voorwaarden waaraan fokkers moeten voldoen. Zo worden beginnende fokkers de eerste 2 jaar door een ervaren mentor begeleid en er moet ook een examen worden afgelegd. Voor zover ik kan nagaan is er maar 1 erkende fokker van Ragamuffins in Nederland.
maart 2021
De meeste fokkers zullen wel weten wat Pawpeds (PP) is maar voor diegene die het niet weten. Pawpeds is ooit opgezet door Ulrika Olsson (Zweden). https://pawpeds.com en is een grote (stamboom)database voor diverse diersoorten waaronder ook veel kattenrassen.
Het probleem in de kattenwereld is dat iedere stamboekvereniging zijn eigen database heeft. Dat betekent dat een stamboom, die door vereniging A is afgegeven, bij vereniging B met de hand moet worden ingevoerd op het moment dat er bij vereniging B stambomen worden aangevraagd en de stamboom van vereniging A van dekkater en/of de fokpoes nodig is. Dit zorgt ervoor dat geen enkele vereniging alle katten in zijn database (stamboek) heeft staan en de kans op foutjes bij het overnemen van de gegevens is ook duidelijk aanwezig.
Het voordeel van PP is dat het een wereldwijde database is. Fokkers en eigenaren sturen de stamboom van hun kat(ten) naar Pawpeds waar deze door vrijwilligers (database maintainers) worden overgetypt. Verder kunnen ook diverse uitslagen van testen zoals HCM en PKD naar PP worden opgestuurd. Het enige wat niet op PP komt te staan zijn de stamboomnummers.
Dit alles zorgt dat PP een enorme bulk aan informatie heeft per ras. Geen enkele vereniging kan hieraan tippen. Je kunt ook testparingen doen om te zien of en hoeveel procent inteelt er is etc. Omdat ook daar het invoeren allemaal met de hand wordt gedaan, kan PP niet garanderen dat de database foutloos is en er staan inderdaad fouten in PP.
Binnen de stamboekcommissie van Limbra Cat Club gebruiken wij PP dan ook als naslagwerk. Zijn aangeleverde stambomen niet duidelijk leesbaar of twijfelen we bijvoorbeeld over een naam of kleur dan kijken we daar of we dan duidelijkheid hebben.
So far so good totdat ik weer eens op PP zat en bij de Ragdolls iets geks zag maar daarvoor moet ik eerst iets anders uitleggen.
PP en de meeste verenigingen gebruiken een EMS-code (Easy Mind System) om middels een code aan te geven welk ras het is en wat de kleur en aftekeningen zijn.
Voorbeeld:
RAG n 03 33 : Ragdoll Seal Point Bi-color
RAG = Ragdoll
n = Seal (bij Sepia, Mink en Point) en Black bij Solid
03 = Bi-color
33 = Point
Binnen de Ragdolls zijn er 4 varianten namelijk:
Sepia 31
Mink 32
Point 33
Solid –- (geen code)
Vanuit de historie waren alleen maar Points erkend en hoefde daarom bij een Point geen 33 in de EMS. Maar tijden zijn veranderd. Sepia en Mink zijn ondertussen bij een aantal verenigingen erkend en Solid is nog niet erkend. Maar erkend of niet een Ragdoll heeft een bepaalde kleur en die hoort dan ook op de stamboom te staan. Althans dat zou je denken maar we zien de meest wilde omschrijvingen voorbijkomen op stambomen van andere verenigingen.
Daar gaat mijn verhaal verder.
Op een gegeven moment viel het me op dat ik geen verschil zag tussen een Point of Solid want bij de Point stond geen 33. Gezien de historie logisch maar dat zorgt er wel voor dat er ‘moedwillig’ fouten worden gemaakt bij het invoeren van de stambomen in PP. Points krijgen geen 33. Dus als je de regels blijft toepassen zijn alle Points in PP Solids want geen code 33. Overigens staan de Sepia en Mink er keurig in met hun code.
Daarom heb ik in december 2020 PP een mail gestuurd aan diegene die altijd mijn stambomen invoert (en dus ook Solids) dat nu geen onderscheid te zien was in PP tussen een Point en Solid. Ik kreeg als antwoord dat dat klopte en dat zij dat wel ergens bijhield maar niet in PP.
Dat vond ik een raar antwoord dus heb ik oprichtster van PP, Ulrika, een mail gestuurd en haar hetzelfde voorgelegd.
Ik heb ook een aantal suggesties gedaan want met alleen een probleem aankaarten krijg je niets opgelost.
Uiteindelijk heeft PP voor een oplossing gekozen die schuurt maar wel het simpelst is (en niet mijn idee).
Point = RAG
Mink, Sepia, Solid = RGD
Er is dus voor een andere lettercode is gekozen. Dit is alleen bij PP. Op officiële stambomen ga je RGD niet tegenkomen.
Mijn beste idee was alles zonder code in 1x een 33 geven en dan later de Solids daar weer uit filteren. Die groep is namelijk nog niet zo groot. Ik heb zelfs aangeboden om te helpen met de omzetting. Dan zou je vanaf nu alle Points een 33 kunnen geven. Deze methode hebben we ook bij ons eigen stamboek toegepast.
Maar dat stuitte op protest bij een aantal database maintainers bij PP. Daar zitten namelijk een aantal mensen bij die alleen maar Points accepteren als Ragdoll en vinden dat Sepia, Mink en Solid er niet bij horen.
Het is zelfs zo erg dat die nu hebben aangegeven dat zij alleen maar Points willen invoeren en dat we maar bij iemand anders moeten inleveren als we Sepia, Mink en Solids op de stamboom hebben staan. Dit kun je terugvinden op PP. https://pawpeds.com/db/?a=i&g=4&p=rag
Verder zijn er verenigingen die nog altijd stambomen vervaardigen voor Points zonder een 33 in de code. De uitleg van PP is dat de database maintainers dan teveel moeten opletten om die 33 er consequent bij te zetten. Deze redenering heeft voor- en nadelen, zoals veel oplossingen en ergens moet je je er dan maar bij neer leggen.
Waarom vind ik het schuren? Nu is het net of de Mink, Sepia en Solid geen Ragdolls zijn.
Verder ging het alleen om Point vs Solid. De Mink en Sepia hebben wel al hun eigen code binnen PP maar die worden gemakshalve ook maar apart gezet.
Mochten jullie op PP nu dus RGD tegenkomen dan weten jullie wat de reden hiervan is.
Zelf heb ik mijn stambomen, waarop Solids duidelijk staan, opnieuw naar PP gestuurd met het verzoek de Solids aan te passen zodat ze tenminste duidelijk te traceren zijn voor Ragdollliefhebbers en stamboekmedewerkers van verenigingen die niet tot nauwelijks met Solids te maken hebben.
Dit is ondertussen gebeurd.
Misschien als we met meerdere personen ons ongenoegen overbrengen richting PP over RGD dat we sterker staan en dan er een fraaiere oplossing wordt gebruikt.
oktober 2022
Ik zie op internet eigenaren van Ragdolls voorbij komen die heel trots vertellen dat hun kat bijvoorbeeld een Blue Point Mink is. Dan krommen mijn tenen want een Blue Point Mink bestaat niet. Nu kan ik me van een trotse liefhebber voorstellen dat de fout wordt gemaakt (wegens beperkte kennis) maar er zijn ook fokkers en zelfs stamboekverenigingen die dit doen.
Daarom een beknopte uitleg.
Bij de Ragdoll zijn er 4 variëteiten, namelijk een Point, Mink, Sepia en Solid.
Genetisch gezien zijn ze al verschillend.
Point : cscs
Mink : cbcs
Sepia : cbcb
Solid : C- (CC, Ccs, Ccb)
De C bij de Solid is dominant. Dat betekent dat als een kat het gen voor Solid draagt (C) deze kat altijd een Solid is. Het cs en cb is recessief.
Een Solid kan dus het gen dragen voor Point (cs) maar dit zie je niet. 2 Solids die het gen voor Point dragen (Ccs x Ccs) kunnen dus nakomelingen krijgen die Solid (CC, Ccs) of Point (cscs) zijn.
Een Ccs x Csb kan Solids geven (CC, Ccs, Ccb) maar ook Mink (cbcs).
De Point, Mink en Sepia vormen een apart groepje. Ze horen alle 3 tot de familie van de Point echter een Mink is iets donkerder dan een Point en een Sepia is nog donkerder.
De Point, Mink, Sepia en Solids kunnen in alle kleuren voorkomen. Dus een Blue Point, Blue Mink, Blue Sepia of Blue Solid.
Zoals je hebt kunnen zien, kan een kat niet Point en Mink tegelijk zijn. Of een Solid Point, een Point Sepia of een Mink Sepia.
Vroeger was alleen Point erkend en was het logisch dat achter iedere kleur van een Ragdoll Point stond. Mink en Sepia zijn ondertussen bij diverse (voornamelijk onafhankelijke) verenigingen erkend en het is even wennen dat er ook andere variëteiten op de stambomen kunnen staan.
Helaas is de Solid nog nergens erkend maar ook dat zijn echte Ragdolls die op de juiste manier op stambomen horen te staan (maar bv door de Fife als XLH (Experimentele LangHaar) worden verwerkt. Als fokker van Solids steekt het me iedere keer als ik het tegenkom.
Wil je zeker weten welke variëteit jouw Ragdoll is, laat hem/haar testen via dna. Een ander hulpmiddel is dat een Point altijd blauwe ogen heeft en een Mink aquamarijnblauwe ogen.
Mocht je een stamboom in je handen hebben en je twijfelt, vraag iemand met verstand van de kleurtjes bij Ragdolls om ernaar te kijken. Je mag de stamboom ook naar mij sturen dat ik er een blik op werp.
Mocht er een fout op staan, dan kun je altijd om een juiste stamboom vragen (via de fokker) bij de stamboekvereniging die de stamboom heeft afgegeven. Als we dit allemaal een tijdje consequent volhouden, leert iedereen ervan en zullen er (hopelijk) steeds minder van dit soort fouten op de stambomen staan van ons geliefd ras.
november 2022
Dankzij Ann Baker bestaat het ras Ragdoll. De familie Dayton heeft echter een belangrijke rol gespeeld in de erkenning van de Point Ragdoll. Zij kochten op een gegeven moment een aantal Point Ragdolls van Ann en vanaf dat moment hebben ze zich hard gemaakt om de Points erkend te krijgen (voor shows). Danny Dayton is met de hand (typemachine) stambomen gaan bijhouden en door zijn werk hem is er veel over de vroege Point lijnen bekend.
Doordat alleen Points erkend werden, was het logisch dat je niet erbij hoefde te zetten dat het een Point was. Hetzelfde zie je bijvoorbeeld bij Heilige Birmanen. In hun EMS-code (een Easy Mind System, een korte codering van een kleur en aftekening op de stamboom) staat hierdoor vaak geen 33 (Point) juist omdat Birmanen alleen maar Point zijn. Het kan niet fout gaan.
Op het moment dat de kleur voluit wordt geschreven, zie je wel Point bij de Birmanen staan.
Dus alles bij elkaar was het logisch je bij Point Ragdolls op stambomen niet altijd Point zag staan (uitgeschreven of in de EMS). Dat lag puur aan de interpretatie van de vereniging. Dit ging goed totdat de Mink, Sepia en Solid Ragdolls populairder begonnen te worden en de Mink en Sepia zelfs bij een aantal organisaties (zoals in 2017 bij de onafhankelijke verenigingen in Nederland) erkend werden. (Solids helaas (nog) niet).
De stamboekverenigingen over de hele wereld gingen/gaan er op hun eigen manier mee om. Niet alle verenigingen gebruiken een EMS-code. Daarbij zijn er verenigingen die blijven vasthouden aan de denkwijze dat Ragdolls alleen Points zijn.
In de EMS-code hebben de 4 Ragdoll variëteiten een eigen codering.
Op zich is er niets aan de hand totdat de stambomen van die diverse verenigingen bij elkaar komen zoals bijvoorbeeld bij het aanvragen van stambomen voor kittens. Dan moet je goed opletten.
Zoals al eerder gezegd zijn er verenigingen die in de EMS code geen Point zetten bij hun Points. Vervolgens komt deze stamboom in handen van iemand die weet dat er ook Mink, Sepia en Solid Ragdolls bestaan. Die kijkt dan naar de stamboom en zegt dan: ‘hey, er staat geen 33, 32 of 31 achter dus het is een Solid.’
Je kunt je voorstellen dat er dan fouten worden gemaakt.
Een andere veelvoorkomende fout is dat door fokkers en stamboekverenigingen een kleur wordt omschreven als bijvoorbeeld een Blue Mink Point. Dit is genetisch onmogelijk. De kat in dit voorbeeld is een Blue Mink of Blue Point.
Wat kun je zelf doen om fouten op de stambomen te herkennen?
Verdiep je in de kleuren en genetica van het ras dat je fokt. Volg een geneticacursus, bijvoorbeeld bij het Nederlands Onafhankelijk Kattenkeurmeestersgilde (NOK), http://www.nokk.nl .
Silver en Tabby zijn bijvoorbeeld dominant. Dat betekent dat je op de stamboom kunt zien wie van de ouders en voorouders dit doorgeeft. Uit 2 effen katten (dus geen Tabby’s) kan bijvoorbeeld geen Tabby worden geboren. Dan is het uitzoeken wat er precies aan de hand is. Vaak is dan de kleur verkeerd op de stamboom gezet.
Verder kun je de stamboom van je eigen kat pakken en dan er gewoon naar kijken. Soms zie je al gelijk typefoutjes.
Hoe meer je weet van genetica en hoe vaker je een stamboom bestudeert, hoe beter je wordt in het lezen van stambomen en herken je zelf eventuele fouten veel sneller. Verder kun je altijd contact opnemen met mij.
januari 2023
Silver en Smoke komen vanaf het begin voor in de Ragdoll.
Echter spelen er een paar factoren die ervoor zorgen dat de registratie van het Silver/Smoke op de stambomen een puinhoop is.
We noemen het Silver als een kat Tabby is.
We noemen het Smoke als een kat geen Tabby (en dus effen) is.
Daar waar ik het hieronder heb over Silver bedoel ik ook Smoke.
Silver is geen erkende kleur bij Ragdolls. Verder is het soms ook heel moeilijk om bij een Point het Silver te ontdekken. Deze combinatie kan ervoor gezorgd hebben dat fokkers in de loop der jaren het Silver maar verzwegen hebben. Anders zouden ze met hun Silver Points niet kunnen deelnemen aan shows of waren ze (waarschijnlijk) minder waard in de verkoop.
Echter met de opkomst van de Mink, Sepia en Solids duikt het Silver steeds vaker duidelijker op en kunnen we er niet meer omheen.
Het Silver gen is dominant. dat wil zeggen dat het zichtbaar wordt doorgegeven aan nakomelingen. Je kunt dus op een (kloppende) stamboom het Silver helemaal terug volgen in de lijnen.
Helaas is dat dus bij de Ragdolls niet het geval en zie je stambomen waar 'opeens' een kat Silver is en de ouders niet of zelfs verder terug in de lijnen niet. Ik heb een stamboom gezien waarbij de kat tot minimaal in de 7e generatie ervoor geen Silver had maar wel Silver nakomelingen heeft. Wat dus genetisch niet kan en probeer dan nog maar eens te achterhalen hoe het precies zit. (helaas niet gelukt)
Mocht je een Silver Ragdoll hebben, kijk dan eens op zijn/haar stamboom. Kun je het Silver tot in de voorouders (op de stamboom) terugvinden?
Zo nee, dan kun je een poging gaan wagen om het Silver juist te krijgen op de stamboom. Soms heb je geluk en lukt het je. en kun je een kloppende stamboom gaan vragen. Meestal blijft je met vragen en hiaten.
Houdt er rekening mee dat er verenigingen zijn die het niet boeit of een stamboom klopt of niet maar er zijn er ook een paar die wel een juiste stamboom willen (want anders hoef je in mijn ogen geen stamboom te hebben).
Verder zijn er ook fokkers die het niet boeit en dus niet meewerken als je erom vraagt. Het komt voor dat een kat doodleuk zonder Silver op de stamboom wordt gezet door de fokker terwijl je ziet dat het kitten Silver is. Soms is het ook onwetendheid van de fokker. Maar om dan naderhand een juiste stamboom ervan te krijgen kan heel moeilijk zijn.
Verder nog de opmerking dat er Heilige Birmanen zijn gebruikt om het Chocolate en Lilac (weer) in de Ragdoll te krijgen. Waarschijnlijk is van daaruit het Silver ook weer in de Ragdolls gekomen. Bij de Birmanen is Silver trouwens ook niet erkend.... (snap je hem?)
---
Silver Cloud of Tuftytoes, een stammoeder met Silver.
Gefokt door Ann Baker !!
Eigenaar Rovena Parmley (cattery Tuftytoes). Zij heeft Ragdolls rechtstreeks bij Ann Baker gekocht.